Hoe uiten SI problemen zich?

Zoals eerder gezegd zien SI-problemen er bij iedereen anders uit. De manier waarop we zintuiglijke informatie waarnemen en verwerken verschilt ook nog per situatie en per moment van de dag. Tevens heeft de prikkelverwerking invloed op ons niveau van alertheid. Dit is de mate waarin iemand zijn aandacht kan richten op een bepaalde activiteit. Voor alles wat we doen is er een bepaald niveau van alertheid nodig: bij een spannende wedstrijd moet je niveau van alertheid hoger zijn dan wanneer je s’avonds onderuitgezakt op de bank zit

Bij een optimaal alertheidsniveau kun je het best en meest adequaat reageren (adequate reactie) op wat er in je omgeving gebeurt. Als prikkels teveel “binnenkomen” kan dit leiden tot een (te) hoge alertheid. Komen prikkels te weinig “binnen” dan kan een (te)  lage alertheid het gevolg zijn. Men kan over- of ondergevoelig zijn voor prikkels, soms kan dit fluctueren in de loop van de dag en/of afhankelijk zijn van de omstandigheden.

Door problemen in de sensorische informatie verwerking heeft het brein moeite met de organisatie van alle binnenkomende prikkels. Omdat de samenhang tussen verwerking van prikkels door de hersenen en gedrag heel sterk is zal bij problemen het gedrag ook minder georganiseerd zijn. Dit kan zich op heel veel verschillende manieren uiten. Problemen in de sensorische informatie worden eigenlijk nooit veroorzaakt door de verwerking van prikkels die binnenkomen vanuit één enkel zintuigsysteem maar zijn vaak een combinatie van meerdere ervan.

Hieronder staat per zintuigsysteem beschreven wat de gevolgen kunnen zijn bij verwerkingsproblemen in het desbetreffende zintuig. Voor alle duidelijkheid: als er problemen zijn in de verwerking van de prikkels wil dit niet zeggen dat er iets aan de hand is met het desbetreffende zintuig, maar wel met de verwerking van de informatie die binnenkomt. In de omschrijvingen staan voorbeelden van zowel over- als ondergevoeligheid.

Problemen met tast

Het komt voor dat iemand vieze handen of gezicht vervelend vindt of aan de andere kant dit juist niet opmerkt. Soms ervaart iemand labels in kleding vervelend en schrikt iemand extreem van (onverwachte) aanrakingen. Er kan een hoge pijngrens zijn of bijvoorbeeld een ongebruikelijke behoefte om voorwerpen of personen aan te raken

Problemen met gehoor

Negatief reageren op onverwachte of harde geluiden, zelf veel geluid maken of niet lijken te horen wat er gezegd wordt kan hier bij passen. Het snel afgeleid worden door geluiden of moeite hebben om je te concentreren als er geluiden op de achtergrond zijn kunnen ook kenmerken zijn van problemen met de verwerking van gehoorprikkels.

Problemen met zicht

Overgevoelig zijn voor licht en snel afgeleid raken door bewegingen in de omgeving kan te maken met de verwerking van de informatie die vanuit onze ogen binnenkomt. Ook komt het voor dat iemand regelmatig geschreven of getoonde informatie mist of vaak verdwaalt. Het overzicht houden op drukke werkbladen kan lastig zijn.

Problemen met smaak, geur en gevoel in de mond

Het kan voorkomen dat iemand een voorkeur heeft voor voedsel met een bepaalde smaak, temperatuur of structuur, of dit weigert te eten . Denk hierbij aan een voorkeur voor heel pittig eten of juist flauw eten. Daarnaast kunnen bepaalde geuren als vervelend worden ervaren of er kan een grote behoefte zijn om juist aan allerlei voorwerpen te ruiken. Bij kinderen of volwassenen zou je ook kunnen zien dat ze kauwen op of likken aan niet-eetbare voorwerpen.

Problemen met evenwichtsgevoel en spier- en gewrichtsinformatie

Het kan dat het (erg) spannend is voor een persoon als de voeten los van de grond komen of dat iemand juist enorme uitersten in bewegen op zoekt en geen gevaar ziet. Overmatige angst om te vallen en moeite met in een rijdende auto zitten kan tevens voorkomen. Soms leidt dit tot bewegingsangst. Onhandig bewegen, vaak tegen dingen aanlopen, voorwerpen omstoten kunnen allemaal uitingen zijn van problemen op dit gebied. Het veelvuldig opzoeken van beweging en/ of heen en weer wiegen kan opvallen.

Problemen met informatie vanuit de inwendige organen

Hierbij kun je denken aan: honger, dorst, pijn misselijkheid, gevoel van een volle blaas etc

Wanneer deze informatie niet goed wordt verwerkt kan het zijn dat iemand onvoldoende drinkt , pijnsignalen niet goed of juist overmatig waarneemt, niet goed voelt dat er sprake is van een volle blaas zodat men te laat naar de WC gaat .

Een SI-therapeut of -consulent kan helpen bepaald gedrag en/of de problemen die men in het dagelijks leven ervaart te verklaren.